Op 2 oktober 2012 organiseerde de NSG een bijeenkomst met als onderwerp:

RO als instrument voor (geluid) beheer van industrieterreinen

De overheid probeert al jarenlang grip te krijgen op de (beschikbare) geluidsruimte van industrieterreinen. Een belangrijke vraag daarbij is hoe de oppervlakte binnen een gezoneerd industrieterrein moet worden verdeeld en beheerd. Een gebruikelijke werkwijze hierbij is dat afhankelijk van de mate van hinder voor de (woon)omgeving een grotere afstand tot geluidsgevoelige bestemmingen wordt aangehouden. Bij nieuwe industrieterreinen kan dit eenvoudig door fysieke ruimte tussen de bedrijven en de geluidsgevoelige bestemmingen te realiseren om zo hinder te voorkomen. Bij bestaande gezoneerde industrieterreinen ligt dit niet zo eenvoudig. In beide gevallen blijkt het echter moeilijk om een juridisch bindende regeling vast te stellen om aan een goed beheer te doen. Toch zijn er gemeenten in geslaagd een juridische regeling op te stellen via het ruimtelijk spoor. De ervaring leert dat dit een lang en moeizaam proces is met aardig wat scepsis. Op de NSG thema-bijeenkomst werden de opgedane ervaringen gedeeld en de voor- en nadelen besproken.

Download sheets van het programma:

Een schets van de problematiek, Theo Cornelissen (Oranjewoud)
Wat is de ruimtelijke relevantie van geluid?, Jan Oosterkamp (BugelHajema)
Geluid in bestemmingsplannen/goede ruimtelijke ordening, Aneta Krikke (DGMR) 
Voorbeelden vanuit de praktijk: aanpak en oplossingen
    - Waterfront Harderwijk, Erwin Priester (gemeente Harderwijk), Jan Oosterkamp (BugelHajema)
    - Industrieterrein Nijkerk, Thijs Meijer (gemeente Nijkerk) en Ingrid Hulshof (Witpaard)
    - De Mars Zutphen, Marcel Lichtenbeld (gemeente Zutphen) en Michel van Kesteren (DGMR)
    - Drechtsteden, Eelco Hoff (gemeente Dordrecht)
    - Verkleuring van bedrijventerreinen en geluidhinder, Paul Kurstjens (Movares)
Toekomstvisie ‘milieuruimte in ruimtelijke plannen’, Michel van Kesteren (DGMR)